Het snoeien van bomen is specialistisch werk. Hoe en of een boom gesnoeid moet worden is van diverse omstandigheden afhankelijk. Een belangrijke factor is de levensfase van de boom, zo wordt er onderscheid gemaakt tussen bomen in de jeugd-, volwassen-, veterane- en aftakelingsfase. 

Ook is het van belang om naar de standplaats te kijken. Een boom aan een drukke doorgaande weg dient aan andere eisen te voldoen dan een boom midden in een veld dat nauwelijks betreden wordt. Tevens is de boomsoort van invloed op de snoeimethode. Sommige soorten verdragen snoei beter dan andere. Een zomereik is over het algemeen bijvoorbeeld minder vatbaar voor parasitaire infecties dan bijvoorbeeld een paardenkastanje en een schietwilg is weer een zeer sterke groeier. 

Bij iedere boom dient ook gekeken te worden naar de conditie en vitaliteit: een boom in een slechte conditie is niet altijd gebaat bij snoei en vraagt soms om een andere behandeling, zoals een standplaatsverbetering. Door ons machine- en wagenpark en samenwerking met sterke partners zijn wij inzetbaar op zowel grootschalige als kleinschalige snoeiprojecten: van duizenden bomen langs de openbare wegen tot een appelboompje in een stadstuin, wij voeren de snoeiwerkzaamheden zorgvuldig en met oog veiligheid en kwaliteit uit.

Begeleidingssnoei

Begeleidingssnoei vindt plaats in de jeugd- en (jong)volwassenfase en is van groot belang voor het hele leven van een boom. Door het regelmatig snoeien van de (relatief jonge) boom en probleemtakken in een vroeg (dun) stadium gefaseerd weg te snoeien, kun je de boom begeleiden naar een volwassenfase zonder probleemtakken. Probleemtakken zijn bijvoorbeeld takken die niet goed zijn aangehecht (ook wel plakoksels genoemd), schurende takken en takken die concurreren met de doorgaande spil (ook wel zuigers of dubbele top genoemd). Op locaties waar lage takken problemen kunnen geven voor de vrije doorgang, bijvoorbeeld langs een weg, wordt met doormiddel van begeleidingssnoei ook spelenderwijs gewerkt aan de zogenaamde takvrijestamlenge, waarbij de boomkroon pas op een hoogte van zes tot acht meter begint, en de stam tot die hoogte dus ‘takvrij’ is.

Onderhoudssnoei

Een onderdeel van onderhoudssnoei is het uitlichten van de kroon. Dit heeft als doel de belasting op de takken te verminderen en hierdoor wordt de kans op het uitbreken van de takken gereduceerd. Tevens breng je met deze snoeimethode meer licht aan de binnenkant van de kroon komt. Hierdoor zal de boom ook meer bladmassa gaan vormen aan de binnenkant van de kroon waardoor takken minder topzwaar belast worden. Een tweede gevolg hiervan is, dat meer bladmassa de boom meer mogelijkheid tot fotosynthese biedt en de boom in vitaliteit zal toenemen. 

Ook is onderhoudssnoei gericht op veiligheid: bomen worden nagelopen dode takken, scheuren, afgebroken takken en andere potentieel gevaarlijke ‘afwijkingen’. Doormiddel van het verwijderen van dood hout en gebroken takken wordt het risiconiveau terug omlaag gebracht.